Avonturen in de Vallei de Anjer
Zesde sessie: Het Corona Vraagstuk
27-12-1998, door Walram Planken
Brieven aan neef Frans van Enden

Hallo neef,

Die groep avonturiers waar ik je pas over schreef is vaag zooitje, wat een van die mensen nou weer voor elkaar heeft gekregen. Zilver is eergisteren beschuldigd van het uitgeven van vals geld. Hij bekende munten met een chocolade kern uitgegeven te hebben als ware het echt geld, maar zei zich niet bewust te zijn geweest van de valsheid van het geld. Zilver werd door de smid vastgeketend aan het aanbeeld, hij lag er bij als Liesje wanneer ze haar zin niet kreeg. Uit onderzoek van de rest van de groep avonturiers, de schout en mij blijkt dat alle munten van Zilver die hij tussen zes en twee dagen geleden bezit had een chocolade kern gekregen hebben, ook ontvangen wisselgeld, met uitzondering van het wisselgeld van twee dag terug. Zilver is vier dagen ziek geweest en heeft daarom voor gisteren vijf dagen in het laboratorium van Herald geslapen, daar waren geen inbraaksporen. Het verchocoladen van het geld lijkt ook niet het gevolg van een spreuk over Zilver, over zijn beurs of over het laboratorium te zijn. In verband met de aard van het misdrijf en het nog onbeschreven strafblad luidden de uiteindelijke aanklacht en de uiteindelijke uitspraak tegen Zilver illegale handel en een boete van een daalrder en schadeloosstelling van de mensen die vals geld ontvingen. Hij komt mooi weg.

Het beste,

Gestreept Beer

Hoi Frans,

Enige tijd geleden ben ik met een aantal van dezelfde avonturiers waarmee ik pas kennis heb gemaakt op pad geweest richting de bergen in zuiden. Eerst hebben we materiaal ingeslagen en daarna zijn we richting boer Krelis vertrokken. In de bergen willen we onderzoek doen naar Orcs. Er gebeurde weinig bijzonders, totdat we bij het oude fort, een halve dagreis voorbij de boerderij van Krelis bij slecht weer door een officier en twee soldaten in een klassiek (antiek ?) harnas uitgenodigd werden om mee te gaan naar het feest van de heer Corona. Nadat we allen onze spullen opgeborgen hadden, we hadden net een schuilhut gebouwd en zaten wat te filosoferen over de waarde en waardering van bomen, gingen we mee met de drie krijgers. Er hing gedurende de tocht die volgde een wierooklucht rond de groep, die naar ik later begreep van de drie krijgers afkomstig was, in het fort dat we na twee uur lopen in het donker bereikten rook het ook naar wierook. We werden via een zij ingang binnengelaten en na een kort welkom van een majordomus door dienstmeiden naar slaapkamers begeleidt. De slaapkamer die ik kreeg was mooi ruim, ongeveer zes bij zes meter en niet al te bescheiden ingericht. Er was een hemelbed en in het hoogpolig tapijt was een veelkleurig patroon geknoopt, waarin ik alleen een stuk cirkelboog herkende. Hoewel de dienstmeid nogal aanstootgevend gekleed was, was ze vriendelijk, behulpzaam en niet te opdringerig. Ze had een merkwaardig bleke huidskleur, maar dat was niet het meest merkwaardige van dit avontuur, dat moet nog steeds volgen. Ze hielp me bij het kiezen en aantrekken van een kostuum en beantwoorde een paar kleine vragen. Het feest betrof een gemaskerd bal, natuurlijk was het kostuum veel te lomp en te zwaar. Ze vertelde me dat de etiquette bij deze gelegenheid aangaf niet te spreken voor je aangesproken werd. Nadat we allen omgekleed waren konden we naar het feest, Zilver zag er nog kleiner dan normaal, de mensen op het bal waren gemiddeld wat langer dan normale mensen als jij, ik en de rest van onze familie. Alle aanwezigen hadden ook een hele bleke huidskleur, net als het dienstmeisje. Het bal was verder dodelijk saai, er werd buitengewoon saaie, vals en trage muziek gedraaid, gasten werden niet echt ontvangen, de hoofd gast liet lang op zich wachten en niemand van de groep werd aangesproken. Het feest kwam zelfs na de komst van de hoofdgast niet echt los, er werd weinig gegeten en gedronken en weinig enthousiast gedanst. Een van de dansen trouwens zelfs buitengewoon vunzig, de danspartners bevonden zich schaamteloos dicht bij elkaar en maakten suggestieve bewegingen. Wat het vreemdste aan die dans was dat de losbandigheid die de dans uitstraalde niet van de gezichten van de dansers af straalde, het was hoe dan ook niet gepast voor een feest als dit. Met de feestruimte en de aankleding van die ruimte was trouwens niets mis, de zaal zou voor een audiëntieruimte van een graaf of hertog geweest kunnen zijn, mij is echter geen graaf Corona of hertog Corona bekend, ken jij er misschien een ? De zaal was ruim en heel eenvoudig aangekleed, er hingen rode en groene banieren langs muren en balustraden. Wat opvallend was, was dat er bijna nergens wapentekens, grootouders, kaarten of ander zaken afgebeeld waren. De enige afbeelding die ik gezien heb was het stuk cirkelboog, geknoopt in het tapijt van de slaapkamer. Ik ben door niemand aangesproken en heb de hele avond dus geen woord gesproken, ik kan mij niet voorstellen dat een dienstmeid op zo een feest zo een brutale streek uithaalt, waarschijnlijker is dat de andere aanwezigen onze groep negeerden vanwege het schaamteloze en stijlloze gedrag van Zilver die een meisje ten dans vroeg. Die barbaar kan niet eens dansen !!! Uiteindelijk liep het feest leeg, wij zijn door bedienden naar onze kamers geleid en op een warm, zacht bed in slaap gevallen. Daarna volgde het meest bijzondere van de avond, we werden wakker in het vervallen fort waar we eerder die avond waren uitgenodigd. Het was aarde donker en we lagen hetzelfde ten opzicht van elkaar in de modder als we eerder lagen in het kasteel van heer Corona op onze eigen kamers in bed. Ik weet wel wat beter lag, we zijn snel onze schuilhut in gegaan. Helaas hadden Zilver en Herald door de kou, regen en modder al kou gevat, stelletje zwakkelingen. Zilver vertelde dat hij op het kasteel andere aanwezigen had horen praten over veldslagen met allerlei vage bijna vergeten namen, zoals …, weet jij daar wat van af ? Gedurende het ziekbed van Zilver heb ik even mijn boek over veldslagen opgehaald op mijn landgoed, ik heb al wel wat over de veldslagen gevonden, maar daar schrijf ik je in een volgende brief over, want mijn inkt is bijna op.

Groeten,

Gestreepte Beer